EduXchange.NL

Biomaterialen

8SM20

Interacties tussen (synthetische) biomaterialen en weefsels spelen een belangrijke rol wanneer een deel van het menselijke lichaam vervangen wordt door een implantaat/prothese.
Op het oppervlak van deze implantaten (bijv. stents, hechtdraden, heup prothesen, hart kleppen, bloedvaten) vinden verschillende moleculaire en microscopische processen plaats die het lot van deze implantaten bepalen.
Uiteindelijk zal het samenspel van deze processen bepalen of deze implantaten falen of naar behoren functioneren.
Dit vak zal u verschillende soorten biomaterialen laten zien en de (chemische en biologische) processen behandelen die belangrijk zijn in het veld van de ‘Biomaterials Science’.
Verschillende onderwerpen zullen aan bod komen, zoals de geschiedenis van biomaterialen, de verschillende klassen van biomaterialen, de extracellulaire matrix (ECM) en van ECM afgeleidde biomaterialen, de eigenschappen van biomaterialen, de vreemdlichaamsreactie tegen biomaterialen, het verwerken van biomaterialen, eiwit-biomateriaal interacties, biomaterialen voor regeneratieve geneeskunde en tissue engineering, cel/weefsel-biomateriaal interacties, bioactivering van biomaterialen, supramoleculaire biomaterialen, en voorbeelden van implantaten en kunstorganen/'devices'.

For Student Mobility Alliance students:
This course requires basic knowledge of tissue engineering, basic knowledge of materials science (mechanical properties, polymers); and knowledge of polymer structures and chemistry.
The course will be delivered fully on TU/e Campus.
The final examination is a written exam on TU/campus.

Leerresultaten

De student:

  • Kan de termen ‘biomaterials’ en ‘materiomics’ definieren en toepassen.
  • Begrijpt het verschil tussen verschillende soorten biomaterialen, zoals hydrogelen en thermoplastische elastomeren.
  • Kan verschillende biomateriaal eigenschappen, die belangrijk zijn voor het gebied van de regeneratieve geneeskunde, en meer algemeen als implantaat/prothese, benoemen en begrijpen.
  • Begrijpt hoe eigenschappen van biomaterialen gestuurd en gereguleerd kunnen worden door gebruik te maken van verschillende chemische structuren.
  • Begrijpt de technieken die gebruikt worden om de eigenschappen van biomaterialen te bestuderen en kan deze technieken noemen (zowel oppervlakte eigenschappen als bulk eigenschappen kunnen door de student onderscheiden worden).
  • Kan verschillende morfologieën en dragermateriaal typen noemen waarin biomaterialen gebruikt worden.
  • Kan verschillende verwerkingstechnieken noemen om verschillende biomateriaal morfologieën en dragermaterialen te maken, en begrijpt deze verwerkingstechnieken.
  • Kan de termen ‘supramoleculaire chemie’ en ‘supramoleculaire polymeren’ uitleggen
  • Kan verschillende supramoleculaire biomaterialen noemen en begrijpen.
  • Begrijpt wat er gebeurt na implantatie van een biomateriaal in vivo en kan dit beschrijven.
  • Begrijpt verschillende soorten biomaterialen (zoals, keramieken, metalen, polymeren en biopolymeren).
  • Begrijpt het verschil tussen bulk en oppervlakte erosie/degradatie.
  • Kan de eigenschappen van ‘anti-fouling’ biomaterialen beschrijven.
  • Begrijpt het proces van eiwit adsorptie op biomaterialen.
  • Kan het proces van biofilm formatie uitleggen.

Veronderstelde voorkennis

Je moet voldoen aan de volgende eisen

  • Bachelor of Science (BSc) afgerond

Link naar meer informatie

Als er nog iets onduidelijk is, kijk even naar de FAQ van TU Eindhoven.

Aanbod

  • Startdatum

    5 februari 2024

    • Einddatum
      7 april 2024
    • Periode *
      Blok GS3
    • Locatie
      Eindhoven
    • Voertaal
      Engels
    Inschrijvingsperiode gesloten
Dit aanbod is voor studenten van Wageningen University