Over deze minor
Deze minor geeft je een goed inzicht in de organisatie en werking van de hersenen. Je begint daarvoor bij de basis: de hersencel (het neuron). Hierna bekijk je hoe informatie de weg "omhoog" vindt, wordt verwerkt (emoties) en leidt tot motoriek (ons gedrag). Zo ontwikkel je een toenemend begrip van de werking van de hersenen. Als dat lukt (moet je wel voor werken), ben je na deze minor niet alleen in staat om allerlei neurowetenschappelijke beweringen op waarde te schatten - belangrijk voor toekomstige ontwikkelingen op je eigen vakgebied - maar heb je ook een prachtige ontdekkingsreis meegemaakt.
De minor bestaat uit 10 weken, waarin een groot aantal onderwerpen wordt behandeld. In de eerste 5 weken zullen de basale werking en functies van de hersenen aan bod komen. Eerst zal er een globale verkenning van de werking van de hersenen zijn, gevolgd door de behandeling van de werking van het neuron op microscopisch niveau. Basale biologische begrippen (wat is een cel, hoe werkt DNA, wat is een membraanpotentiaal etc) komen aan bod, alsmede verschillende neurowetenschappelijke technieken. Vervolgens wordt het sensibel systeem (hoe ontvangen de hersenen informatie uit de buitenwereld en hoe wordt dit verwerkt) en het motorisch systeem (hoe worden de spieren aangestuurd) behandeld. Hierbij zal de terminologie, die nodig is om de verschillende systemen te begrijpen, steeds duidelijker worden. Tevens zijn er practica (o.a. op de snijzaal van het ErasmusMC) om een goed beeld te krijgen van de anatomie van de hersenen, wat belangrijk is voor het begrip over hoe de hersenen functioneren. De eerste 5 weken worden afgesloten met een tussentoets.
De tweede periode van 5 weken wordt besteed aan verschillende thema’s omtrend de hersenen: hogere hersenfuncties, omgevingsinvloeden op het brein, neurologische ziektebeelden en de toekomst van de neurowetenschappen. Deze periode wordt afgesloten met een tentamen. Tevens zal de student in deze periode, in groepjes van 2 of 3, een scriptie schrijven over een onderwerp, dat zij zelf kunnen kiezen, waarbij een wetenschappelijk artikel als leidraad moet dienen. Over deze scriptie moet ook een Ted-talk worden gehouden.
Gedurende de hele minor zal de lesstof tijdens integratiecolleges vanuit een iets filosofischer perspectief besproken worden in gespreksvorm tussen de studenten (en docent).
Leerresultaten
- De student heeft kennis over en inzicht in de organisatie en werking van de menselijke hersenen (voor de beperkt of niet biologisch geschoolde student).
- De student kan de opgedane kennis in deze minor toepassen in een scriptie over een door de student zelf te bepalen neuro-wetenschappelijk onderwerp (bijv. relevant voor zijn/haar studierichting).
- De student kan de opgedane kennis over de werking van de hersenen in zijn/haar toekomstige carrière gebruiken voor het begrijpen en beoordelen van ontwikkelingen op neurowetenschappelijk gebied in zijn/haar vakgebied.
Goed om te weten
Deze minor is bedoeld voor alle studierichtingen van de EUR, behalve Geneeskunde. Daarnaast zijn studenten uit Delft en Leiden welkom.
Er is voor deze minor geen specifieke voorkennis nodig. De minor is voornamelijk in het Nederlands, maar sommige lessen kunnen in het Engels zijn, dus enig begrip van de Engelse taal (ook i.v.m. de literatuur) is wel noodzakelijk. Ervaring leert dat het veel nieuwe stof is om te leren, wat vaak (zeker in het begin) best zwaar valt. Er moet dus regelmatig serieus gestudeerd worden (maar dan leer je ook wat!).
Er geldt een aanwezigheidsplicht, behalve voor de lessen waarbij is aangegeven dat deze facultatief zijn.
Onderwijsmethode en toetsing
Onderwijswerkvormen
Colleges: er zullen 9-12 hoor/werkcolleges per week worden gegeven, verdeeld over 3-4 (soms 5) dagdelen.
Practica: dit betreffen demonstratie practica en computerprogramma’s.
Zelfstudie opdrachten (ZO’s): er is 1 ZO.
Presentaties: iedere student zal een bijdrage aan een Ted-talk geven (in groepsverband). De groepsgrootte, onderwerpen, begeleiding en de exacte vorm zijn flexibel en worden vooraf (in nader overleg met de studenten) bepaald.
Er geldt een aanwezigheidsplicht, behalve voor de lessen waarbij is aangegeven dat deze facultatief zijn.
Onderwijsmateriaal
Het onderwijsmateriaal bestaat met name uit de PowerPoints en video's van de colleges.
Er zal een Engelstalig boek gebruikt worden (wordt nader bekend gemaakt), waarvan verschillende hoofdstukken geheel of gedeeltelijk als verplichte leerstof gelden en andere als achtergrondmateriaal dienen.
Ander materiaal, zoals video's, specifieke literatuur, checklists etc. worden gedurende de minor ter beschikking gesteld.
Wijze van tentaminering
De toetsing bestaat uit 4 onderdelen:
- een tussentoets aan het eind van week 5 over de stof van de eerste 5 weken, toetstijd: 2 uur, aantal vragen (MC + open vragen) ± 30
- een scriptie
- een Ted-talk
- een eindtoets, over de tweede 5 weken, toetstijd: 2 uur, aantal vragen ± 30
Samenstelling eindcijfer
De cijfers behaald voor de 4 onderdelen zullen samen het eindcijfer bepalen.
- de tussentoets aan het eind van week 5 (20%)
- een scriptie, met daarbij een logboek waarin vermeld staat wat iedere student heeft bijgedragen (30%)
- de Ted-talk over de scriptie (20%)
- de eindtoets, met nadruk op de tweede 5 weken (30%)
De tussentoets en de eindtoets mogen gecompenseerd worden, maar moeten gemiddeld met een voldoende (5,5 of meer) afgesloten worden. De Ted-talk en Scriptie moeten beiden met een voldoende (5,5 of meer) te worden.
Bronnen
Aanvullende informatie
- Meer infoMinorpagina op de website van Erasmus University Rotterdam
- Neem contact op met een coordinator
- StudiepuntenECTS 15
- Niveaubachelor