Neurorevalidatie: diagnostiek en behandeling

GENMIN113

Over deze minor

Focus op dwarslaesie, CVA, traumatisch hersenletsel en kinderen met Cerebrale Parese.In de eerste 2 weken wordt aandacht besteed aan basiskennis over het centrale zenuwstelsel. Ook wordt het ICF-model toegelicht:een classificatiesysteem om functioneren van revalidatie patienten te beschrijven in 3 dimensies: [1] functies en anatomische eigenschappen; [2] activiteitenpatroon; [3] participatie aan het sociaal maatschappelijk leven.Er wordt stilgestaan bij kennisrondom belasting (dagelijks bewegen en sporten) en belastbaarheid (fysieke fitheid) van de revalidatiepatiënt.Ook zal er aandacht zijn voor de rol van innovatie technologie in de revalidatiebehandeling.

In de volgende 6 weken wordt aandacht besteed aan neurorevalidatie groepen: dwarslaesie, CVA, traumatisch hersenletsel en cerebrale parese (CP). Er wordt ingegaan op de acute fase en samenwerking met disciplines als neurochirurgie. Ook klinische gevolgen zoals decubitus, spasticiteit, gedragsregulatiestoornissen, afasie en de daarop gerichte interventies komen aan bod evenals de interdisciplinaire behandeling door de fysio- en ergotherapeut, logopedist en psycholoog. Daarnaast is er ook aandacht voor maatschappelijk functioneren en bewegen als medicijn.
Om een completer beeld te krijgen van de revalidatiegeneeskunde zal in week 9 een kort overzicht gegeven worden van de behandeling van andere revalidatiegroepen zoals ALS, MS, amputatie en hartpatiënten.

Leerresultaten

Na afloop

  • Kan de student het beloop van dwarslaesie, CVA, traumatisch hersenletsel en CP beschrijven en daarmee gepaard gaande klinische complicaties, interventiemogelijkheden en gevolgen
  • Heeft de student kennis van klinische en poliklinische taken van de revalidatiearts in de acute, subacute en chronische fase
  • Is de student op de hoogte van de interactie met aanpalende disciplines waaronder neurochirurgie, neurologie, neonatologie en kindergeneeskunde en samenwerking binnen het revalidatieteam van revalidatiearts, paramedici en psychosociale behandelaars
  • Heeft de student basiskennis van het revalidatietraject van patiëntgroepen zoals ALS, MS, amputatie en hartpatiënten
  • Beheerst de student een basaal bedside gedragsneurologisch onderzoek inclusief cognitie en taalfuncties, kent het classificatiesysteem van dwarslaesie en CP en kan dit vertalen naar functionele consequenties
  • Heeft de student kennis van de balans tussen belasting en belastbaarheid bij revalidatiepatiënten en de betekenis van bewegen als medicijn in deze context
  • Heeft de student inzicht in het belang vaninnovatie en technologie in de revalidatiebehandeling.

Onderwijsmethode en toetsing

Onderwijswerkvormen

  • Kleinschalig onderwijs

  • Interactieve colleges

  • Presentaties van patiënten/ ervaringsdeskundigen

  • Bijwonen klinische besprekingen, spreekuren en bedside teaching

  • Practica neurologisch onderzoek en meten van beweeggedrag/ fysieke fitheid

  • Critical Appraisal of a topic (CAT) per diagnosegroep (3 stuks).

  • Excursies zoals naar een orthopediewerkplaats

  • Minisymposia: presentaties van CATs

Onderwijsmateriaal

  • Handboek dwarslaesierevalidatie. FWA van Asbek, IJW van Nes. ISBN 9789023255086.
  • Kinderrevalidatie. M Hadders-Algra, RF Pangalila, JG Becher, J van den Burg, T Hielkema, J de Moor. ISBN 9789093257769.
  • Ebook: ISBN 9789023257776 Revalidatie voor volwassenen. JHB Geerzen, JS Rietman en EG Vanderstraeten.
    ISBN 978902325079

Dit zal worden aangevuld met door docenten aangeleverd materiaal dat via Canvas beschikbaar wordt gesteld.

Wijze van tentaminering

  • Eindtoets: aan het eind van week 10 volgt een eindtoets over alle stof.

  • CAT: Iedere student werkt in drietallen per diagnose een casusbeschrijving uit in de vorm van een Critical Appraisal of a Topic (dwarslaesie, CVA-hersenletsel, Cerebrale Parese). Deze wordt in een artikel beschreven volgens een aangereikt format. Deze CAT wordt na het betreffende blok ingeleverd waarop feedback volgt ten behoeve van de eindpresentatie. Daarna wordt deze casus door de groep gepresenteerd in een afsluitende bijeenkomst in de afsluitende week.

Samenstelling eindcijfer

  • Eindtoets: 50%
  • CAT (gemiddeld cijfer van de drie CATs waarbij het gemiddelde van verslag/artikel en presentatie samen leiden tot een eindcijfer): 50%
  • Alle afzonderlijke toetsingsonderdelen dienen met een voldoende (5,5 of meer) te worden afgesloten.
  • Verder moet voldoende inzet worden getoond tijdens het meelopen en de excursies. Dit wordt beoordeeld door de bij het blok betrokken revalidatiearts en/of coördinator.

Bronnen

Aanvullende informatie

  • Studiepunten
    ECTS 15
  • Niveau
    bachelor
Als er nog iets onduidelijk is, kijk even naar de FAQ van Erasmus University.
Er is momenteel geen aanbod