About this minor
Public Health is een multidisciplinair vakgebied dat zich richt op het behouden en verbeteren van de gezondheid van (brede groepen binnen) de bevolking door middel van collectieve maatregelen, zoals vaccinatieprogramma’s, sanitaire maatregelen en voorlichting. In de minor komen vooral Public Health thema’s die spelen in grote steden, zoals Rotterdam aan bod.
Bekijk de video en leer meer over deze minor.
De minor Public Health is gezamenlijk ontwikkeld door de Erasmus School of Health Policy en Management en de Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg van Erasmus MC. Bij de ontwikkeling van de minor is daarnaast nauw samengewerkt met organisaties in de publieke gezondheidszorg, met name met de GGD Rotterdam Rijnmond.
Public Health is een multidisciplinair vakgebied dat zich richt op het behouden en verbeteren van de gezondheid van een bevolking(sgroep) door middel van collectieve maatregelen. Denk bijvoorbeeld aan preventieve gezondheidszorg (zoals vaccinaties), sanitaire maatregelen, gezondheidsvoorlichting en sociale voorzieningen, maar ook aan beleidsmaatregelen en de organisatie van zorg. Omdat zowel de oorzaken als oplossingen meestal buiten de klassieke geneeskunde en gezondheidszorg gezocht moeten worden, vraagt dit om een gecombineerde inbreng vanuit diverse wetenschapsgebieden en actoren.
De minor richt zich met name op de grootstedelijke context. Overal ter wereld neemt het aantal mensen dat in grote steden woont toe. Deze concentratie van mensen op een relatief kleine oppervlakte brengt veel risico’s met zich mee en zorgt voor een uitvergroting van gezondheidsproblemen in grote steden. In de minor Public Health ontrafel je de oorzaken van deze problemen en leer je over de oplossingen ervan.
Learning outcomes
- Elementaire begrippen uit de publieke gezondheidszorg uitleggen
- De rollen van verschillende actoren binnen de publieke gezondheidszorg uitleggen
- De bijdrage van de publieke gezondheidszorg aan de stijging van de levensverwachting in geïndustrialiseerde landen uitleggen
- Basale ziektelast-, prevalentie-, incidentie- en associatiematen berekenen en interpreteren
- Uitdagingen om publieke gezondheidszorgmaatregelen op de beleidsagenda te krijgen herkennen
- Sociale determinanten van gezondheid op verschillende niveaus herkennen
- Publieke gezondheidszorgmaatregelen herkennen naar kerngebied
- Voor- en nadelen van specifieke publieke gezondheidszorgprogramma's beoordelen
- Bevindingen uit literatuur en eigen onderzoek vertalen naar advies voor beleid en praktijk
Good to know
Voldoende deelname aan het onderwijs is een voorwaarde om te kunnen deelnemen aan het tentamen. Studenten die afwezig zijn bij de presentatie van de groepsopdracht, het debat of bij praktijkoriëntaties moeten dit onderwijsonderdeel inhalen door het maken van een vervangende opdracht die hij/zij krijgt overhandigd van de vakcoördinator.
Teaching method and examination
De minor Public Health bestaat uit (interactieve) colleges, een debat, een groepsopdracht, en praktijkoriëntaties bij diverse gezondheidsdiensten. Zoveel als mogelijk wordt aangesloten bij actuele thema’s, zoals de participatie aan vaccinatieprogramma’s. Praktijkoriëntaties vormen een belangrijke aanvulling op het meer klassieke onderwijs en bestaan uit allerlei veldbezoeken aan bv. de GGD-Rotterdam-Rijnmond en CVD Havenzicht (dag- en nachtopvang voor daklozen).
Onderwijsmateriaal
Bij dit vak zal per bijeenkomst de verplichte literatuur (o.a. wetenschappelijke artikelen) aangegeven zijn, die (voor het grootste deel) online beschikbaar zal worden gesteld.
Tentaminering
De eindtoets in dit vak is schriftelijk en individueel (70%). Daarnaast bestaat het eindcijfer uit de beoordeling van de groepsopdracht (30%).
De opdracht is een groepsproces en het eindresultaat zal als geheel beoordeeld worden met één cijfer.
Het eindcijfer is een gewogen gemiddelde van beide deelcijfers waarbij het minimum van de deelcijfers wel een 5.0 of hoger moet zijn om dit vak met een voldoende (5.5) eindcijfer af te sluiten.
Studenten die afwezig zijn bij de presentatie van de groepsopdracht, het debat of bij praktijkoriëntaties moeten dit onderwijsonderdeel inhalen door het maken van een vervangende opdracht die hij/zij krijgt overhandigd van de vakcoördinator.
Het eindcijfer is een gewogen gemiddelde van beide deelcijfers, waarbij het cijfer van het schriftelijke tentamen meeweegt voor 70% en door de beoordeling van de groepsopdracht meeweegt voor 30%. Daarnaast moet minimum voor elk deelcijfer een 5.0 of hoger zijn om dit vak met een voldoende (5.5) eindcijfer af te kunnen sluiten.
Resources
Additional information
- More infoMinorpage on website of Erasmus University Rotterdam
- Contact a coordinator
- CreditsECTS 15
- Levelbachelor
- Selection minorNo