eduXchange.nl

Recht en gezondheidszorgOrganization logo: Erasmus University Rotterdam

About this minor

Geïnteresseerd in de beginselen van het gezondheidsrecht en actuele juridische vraagstukken in de zorg? Meld je aan! Deze minor richt zich op de rechtsbetrekkingen tussen de belangrijkste partijen in de gezondheidszorg: de burger als patiënt, de zorgaanbieder (dokter, ziekenhuis), de zorgfinancier (de verzekeraar) en de burger als verzekerde.

Bekijk de video en leer meer over deze minor.

Behandeld worden onder meer de geneeskundige behandelingsovereenkomst, het medisch beroepsgeheim, rechten en plichten van patiënten en beroepsbeoefenaars, aansprakelijkheid voor medische missers, het medisch tucht- en klachtrecht, toezicht in de zorg, beslissingen rond het einde en het begin van het leven en regels op het gebied van jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning. Ook de internationaalrechtelijke dimensie van gezondheidszorg komt aan bod: het recht op gezondheidszorg is immers een mensenrecht. De onderwerpen worden behandeld binnen hun sociaaleconomische, sociaal ethische en medisch-ethische context.

In deze minor wordt u geprikkeld om op juridisch-medisch- en ethische te reflecteren en om op grond van de geldende regelgeving en heersende morele opvattingen hier beargumenteerd over te kunnen discussiëren.

De gezondheidszorg beslaat inmiddels meer dan 10% van de nationale economie. Het is de sector waar verhoudingsgewijs het meeste geld in om gaat en waarin, ondanks de economische recessie, een spectaculaire groei van de werkgelegenheid is waar te nemen. In de afgelopen tien jaar groeide het aantal banen in de zorg met 385 duizend. Het totaal aantal banen in Nederland nam toe met 515 duizend. Drie kwart van de banengroei in het afgelopen decennium is dus toe te schrijven aan de zorg. De gezondheidszorg is sterk in beweging en juridiseert in toenemende mate. Met gezondheid en gezondheidszorg samenhangende economische, juridische en ethische vraagstukken halen dag in dag uit de voorpagina’s van de dagbladen.

Recht en gezondheidszorg staat allereerst uitgebreid stil bij de rechtsbetrekkingen tussen de belangrijkste partijen in de gezondheidszorg: de burger als patiënt, de zorgaanbieder (dokter, ziekenhuis), de zorgfinancier (de verzekeraar) en de burger als verzekerde. Aan bod komen onder meer de geneeskundige behandelingsovereenkomst, het beroepsgeheim, de rechten en plichten van patiënten, de rechten en plichten van de beroepsbeoefenaars, de aansprakelijkheid voor medische missers, het medisch tucht- en klachtrecht, toezicht in de zorg, beslissingen rond het einde en het begin van het leven, regels op het gebied van jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning, marktwerking, rol en taak van de overheid in de sector en het zorgverzekeringsrecht. Ook de uitdijende internationaalrechtelijke dimensie van gezondheidszorg komt aan bod. Het recht op gezondheidszorg is immers een mensenrecht en ook op dit terrein wint de Europese Unie aan invloed.

Een van de functies van het recht in onze samenleving is het voorkomen van conflicten en, als conflicten al bestaan, om deze op te lossen. Dit geldt ook voor het terrein van de gezondheidszorg, waar men soms van andere regels moet uitgaan dan in andere maatschappelijke sectoren gebruikelijk is. In deze Minor staat die specifieke wetgeving op het terrein van de gezondheidszorg centraal.

Het gezondheidsrecht bestaat naast eigen wetten en regels die specifiek op de gezondheidszorg van toepassing zijn, ook uit leerstukken van algemeen recht. Allereerst gaan we dan ook in op een aantal algemene rechtsgebieden, zoals het burgerlijke recht, het strafrecht, het bestuursrecht en het internationale recht. Doel is het bekend worden met de aard en de functie van deze rechtsgebieden. Daarnaast staat de betekenis hiervan voor de gezondheidszorg centraal. In sommige gevallen zal dan blijken dat het algemene recht niet voor alles een oplossing heeft, waardoor er toch weer behoefte is aan specifieke regelgeving. Ook de relatie tussen algemeen recht en bijzondere wetgeving is dus een punt van aandacht. Omdat deze Minor toegankelijk is voor studenten van verschillende studierichtingen, zullen afhankelijk van de beschikbare voorkennis, (aspecten) van te bespreken onderwerpen bekend, minder bekend of nog totaal onbekend zijn. Binnen deze Minor is dan ook een van de doelstellingen dat studenten elkaar bevragen, elkaar zaken uitleggen en zo van elkaar leren.

Learning outcomes

De student verkrijgt kennis van en inzicht in:

  • de wijze waarop in Nederland het stelsel van de gezondheidszorg juridisch is vormgegeven

  • rechten en plichten van de patiënt

  • rechten en plichten van de beroepsbeoefenaar, zorginstelling, zorgverzekeraar en zorgverzekerde

  • de internationaal- en Europeesrechtelijke aspecten van gezondheidszorg

  • de juridische aspecten van bijzondere vraagstukken als euthanasie, dwangbehandeling, orgaandonatie, proefpersonenonderzoek, toegankelijkheid van de zorg, de menselijke waardigheid, jeugdzorg et cetera.

De student verkrijgt vaardigheden in:

  • het opzoeken, interpreteren en toepassen van relevante regelgeving
  • het zelfstandig schrijven van een paper
  • het mondeling presenteren van onderzoeksresultaten
  • het met elkaar discussiëren over gezondheidsrechtelijke actuele onderwerpen in hun ethische context

Teaching method and examination

De minor kent de volgende toetsen:

  • Eindtoets: schriftelijk tentamen met open vragen

  • Paper

Tentamen
Het tentamen bestaat uit: (onder voorbehoud): open vragen Paper
De schrijfopdracht is een paper over een actueel en relevant juridisch onderwerp/dilemma in de gezondheidszorg. De tekst van de schrijfopdracht heeft een omvang van minimaal 3000 en maximaal 4000 woorden (exclusief* titelblad, inhoudsopgave, voetnoten en literatuurlijst). Bij het schrijven dient de geldende Leidraad voor juridische auteurs gevolgd te worden.

Het tentamen geldt voor 60% van het eindcijfer en het paper voor 40%.

Elke student levert halverwege het blok een onderzoeksvoorstel in voor het paper met daarin in ieder geval het onderwerp, de onderzoeksvraag, deelvragen, methode en minimaal vier voorlopige juridisch wetenschappelijke bronnen via Canvas bij de werkgroepdocent. De student ontvangt van de werkgroepdocent een ‘go’ of ‘no go’ voor het onderzoeksvoorstel. Tijdens de werkgroep die voorafgaat aan het inleveren van het onderzoeksvoorstel is er zowel een peerfeedback moment als een feedback moment door de werkgroepdocent.

Na het tentamen en het inleveren van het paper is er een (online) inzagemoment.

Good to know

  • Er wordt geen opleidings-specifieke voorkennis vereist.
  • De minor is toegankelijk voor studenten bachelor 3.
  • De minor kent geen verplichte contactmomenten.
  • De studenten zonder een bachelor Nederlands recht kunnen in de tweede week deelnemen aan een extra werkgroep “Inleiding in het Nederlandse recht” om de benodigde juridische kennis op te doen voor deze minor.
  • Voor de VMO-deeltijdstudenten van ESL is deze minor bij uitstek geschikt omdat er hoorcolleges en werkgroepen (beide fysiek) op vrijdag worden aangeboden. Ook zullen uitsluitend voor de VMO-deeltijdstudenten de opnamen van de hoorcolleges op dinsdag beschikbaar worden gesteld.

Additional information

  • Code
    RMIN09
  • Theme
    Law
  • Credits
    ECTS 15
  • Selection minor
    No
If anything remains unclear, please check the FAQ of Erasmus University.

Offering(s)

  • Start date

    4 september 2023

    • Ends
      31 augustus 2024
    • Term *
      Block MINOR
    • Location
      Rotterdam
    • Instruction language
      Dutch
    • Register between
      1 Jun, 13:00 - 14 Jul 2023
These offerings are valid for students of Erasmus University