About this minor
Nederland en de meeste andere landen in Europa en Noord-Amerika zijn door doorgaande processen van internationale migratie in toenemende mate etnisch en cultureel diverse samenlevingen geworden. In de literatuur wordt zelfs gesproken van “superdiversiteit” waarmee niet alleen bedoeld wordt dat een steeds groter wordend deel van de bevolking van de westerse landen een migratieachtergrond heeft, maar ook dat daarbij steeds meer verschillende landen betrokken zijn. De minor Migratie en Diversiteit biedt verdiepend inzicht in al zulke vraagstukken van migratie en diversiteit en het op deze gebieden gevoerde overheidsbeleid, zowel in de Nederlandse samenleving als internationaal. De minor maakt vanuit sociologisch en bestuurskundig perspectief een analyse van de aard en omvang van internationale migratie, dominante verklaringen voor migratie, en de betekenis van migratie en diversiteit voor de ontvangende samenlevingen in het algemeen. Daarnaast is er in deze minor veel aandacht voor beleidsvraagstukken op al deze gebieden en voor het ter zake gevoerde beleid (migratiebeleid, integratiebeleid, stedelijk beleid, enz.). De minor vertrekt vanuit sociologisch en bestuurskundig perspectief, maar stelt studenten vanuit andere opleidingen ook in staat om een verbinding te maken tussen de eigen bachelor en de thema’s migratie en diversiteit.
Centrale thema’s in de minor zijn:
- Historische en geografische schets van de voornaamste migratiepatronen wereldwijd, in West-Europa en in Nederland.
- Verklaringen van internationale migratie en integratie vanuit diverse sociaalwetenschappelijke disciplines.
- Het ‘management’ van gewenste en ongewenste migratiestromen: visabeleid, grenscontroles, detentie, uitzetting, ‘zelfstandige terugkeer’.
- Theoretische modellen van integratie en integratiebeleid (multiculturalisme, differentialisme, assimilationisme, universalisme en interculturalisme)
- Vraagstukken van vooroordelen en discriminatie, inclusief het gevoerde beleid om dit tegen te gaan
- De betekenis van migratie voor de samenleving; hoe hebben deze migrantengroepen de Nederlandse samenleving veranderd?
- De gevolgen van diversiteit of “superdiversiteit” voor steden en het beleid dat steden daarop voeren
- Beleid t.a.v. migranten en diversiteit op verschillende bestuursniveaus: lokaal, nationaal, Europees, internationaal.
De minor vertrekt vanuit sociologisch en bestuurskundig perspectief, maar stelt studenten vanuit andere opleidingen ook in staat om een verbinding te maken tussen de eigen bachelor en de thema’s migratie en diversiteit.
Learning outcomes
Na afronding van de minor heeft/kan de student:
- kennis van migratiepatronen van nu en uit het verleden, en begrip van de oorzaken en gevolgen van internationale migratie.
- kennis van en inzicht in diverse theoretische verklaringen van internationale migratieprocessen.
- kennis van het gevoerde migratiebeleid (d.w.z. het gevoerde beleid om “gewenste” migranten te verwelkomen en “ongewenste” migranten te ontmoedigen), zowel landelijk als in Europa.
- kennis van en inzicht in diverse theoretische opvattingen van “integratie” en integratiebeleid (multiculturalisme, differentialisme, assimilationisme, universalisme en interculturalisme).
- inzicht in governance vraagstukken omtrent integratie en migratie waaronder verschillen in beleid tussen landen en tussen diverse beleidsniveaus (Europees, nationaal, lokaal).
- inzicht in vraagstukken van vooroordelen en discriminatie.
- samen met andere studenten een wetenschappelijke literatuurstudie of kleine beleidsanalyse kunnen verrichten op één van de thema’s die in deze minor aan de orde komen.
Good to know
Taal: Colleges en literatuur zijn in het Engels/Nederlands
Teaching method and examination
Onderwijswerkvormen
12 hoor- of responsiecolleges
3 bijeenkomsten in kleine groepjes ter voorbereiding van het eindpaper (literatuurstudie of beleidsanalyse)
Onderwijsmateriaal
Wetenschappelijke artikelen worden verspreid via Canvas.
Wijze van tentaminering
Individueel schriftelijk tentamen (open vragen) over verplichte literatuur en hoorcolleges (“mid term exam”) (60% van het eindcijfer)
In groepjes van drie studenten: wetenschappelijke literatuurstudie of kleinschalige empirische of beleidsanalyse over een migratie- of diversiteitsvraagstuk (40% van het eindcijfer)
Samenstelling eindcijfer
Eindcijfer: 60% individueel schriftelijk tentamen, 40% wetenschappelijke literatuurstudie of kleinschalige empirische of beleidsanalyse over een migratie- of diversiteitsvraagstuk.
Resources
Additional information
- More infoMinorpage on website of Erasmus University Rotterdam
- Contact a coordinator
- CreditsECTS 15
- Levelbachelor
- Selection minorNo