About this course
De dood lijkt terug van weggeweest. Vooral in geïndustrialiseerde samenlevingen is de dood in de loop van de twintigste eeuw steeds meer verdwenen uit het dagelijks leven. Dankzij medische verworvenheden, betere voeding en verbeterde hygiëne nam de levensverwachting aanzienlijk toe. Tegelijkertijd stierven mensen steeds vaker “onzichtbaar” achter de institutionele muren van een ziekenhuis of hospice. Veel zogenoemde westerse samenlevingen kennen mede hierdoor een doodscultuur die geënt is op het zo lang mogelijk uitstellen van het levenseinde en het verbergen van de dood. De COVID-19 pandemie heeft ons echter “opnieuw” geconfronteerd met onze sterfelijkheid en de aanwezigheid van de dood in het openbare leven. Maar ook klimaatverandering en het uitsterven van vele soorten organismen maken ons bewust van de eindigheid van het bestaan. Bovendien roepen politieke en maatschappelijke discussies over euthanasie en het vrijwillig levenseinde, onder meer in Nederland, urgente vragen op, zoals wie of wat “de regie” heeft over de dood. En nieuwe technologieën (denk aan gentherapie en cryonisme) bemoeilijken daarnaast mogelijke antwoorden op de vraag waar het leven eindigt en de dood begint.
De rol van de commercie, media en populaire cultuur is in de vermeende nieuwe zichtbaarheid van de dood onmiskenbaar: zij brengen sterven en de dood soms taboedoorbrekend en vaak spectaculair onder de aandacht van een groeiend publiek. Wereldwijd verschijnen er steeds meer death cafés en met de opkomst van natuurbegraven en de uitbreiding van mogelijkheden op het gebied van lijkbezorging en asbestemming lijken de doden (weer) dichter bij het leven te komen. Maar waar de dood voor de één een onderwerp van belangstelling of een kwestie van vrijwillige keuze en autonomie is, is de dood voor de ander een voortvloeisel van structurele ongelijkheid en uitsluiting. Zo kunnen leden uit uiteenlopende minderheidsgroeperingen een gevoel van “sociale dood” ervaren, niet zelden omdat hun fysieke dood er niet toe lijkt te doen.
Om deze uiteenlopende ontwikkelingen te kunnen begrijpen, introduceert deze cursus studenten in het multidisciplinaire veld van doodstudies. Daarbinnen richten we een antropologische lens op het fascinerende vraagstuk van het (biologische) levenseinde en wat daarna komt (afterlives). De antropologie kent een lange traditie van cross-culturele en vergelijkende studie naar sterven, dood, afscheid en rouw en hoe relaties tussen de levenden en de doden verbroken worden en verbonden blijven. In de cursus benaderen we de dood daarom nadrukkelijk níet als eindpunt van het bestaan. We beschouwen de dood als een voortdurend proces van culturele betekenisgeving en sociopolitieke strijd, waarbinnen zowel de levenden als de doden sociale actoren zijn en het vergankelijke lichaam van zowel mensen als andere levende wezens een belangrijke rol speelt.
Tegen deze achtergrond bespreken we onder meer het vraagstuk van ouder worden, de laatste levensfase en zorg, en verkennen we de fluïde grens tussen leven en dood. We onderzoeken de culturele en politieke vertogen rondom doodsoorzaken en het uitstellen of juist bespoedigen van het levenseinde. We bevragen uiteenlopende opvattingen over en verbeeldingen van sterfelijkheid en onsterfelijkheid. We bestuderen hoe nieuwe media en (digitale) technologie de manier waarop we met de dood en doden omgaan veranderen en hoe klimaatverandering het denken over vergankelijkheid al dan niet beïnvloedt. We richten ons hierbij zowel op het gewone, alledaagse sterven als op de onnatuurlijke, gewelddadige dood. De cursus beoogt zo een geïntegreerd en kritisch perspectief te bieden op het complexe vraagstuk van de dood en wat daarna komt.
Naast theoretische verdieping besteedt de cursus ook aandacht aan de antropologische praktijk. Door een kleine veldopdracht maken studenten kennis met het werk van professionals en experts in bijvoorbeeld levenseindezorg, stervensbegeleiding en de uitvaartbranche, maar ook belangenbehartiging, media, kunst en cultuur.
De veldopdracht is een groepsopdracht. Inschrijven voor deze cursus betekent dat studenten zich committeren aan het groepswerk!
Learning outcomes
- Studenten zijn aan het eind van de cursus bekend met het multidisciplinaire veld van doodstudies.
- Studenten beheersen aan het eind van de cursus enkele belangrijke conceptuele en theoretische benaderingen uit de antropologie van de dood.
- Studenten zijn zich aan het eind van de cursus bewust van de diversiteit aan doodsattitudes en, hierbinnen, de plaats en betekenis van de levenden én de doden, van mensen én andere organismen.
- Studenten zijn aan het eind van de cursus in staat de dood te begrijpen als integraal onderdeel van culturele, sociopolitieke en ethische domeinen in de samenleving.
- Studenten kunnen aan het eind van de cursus conceptuele inzichten over de dood kritisch verbinden aan maatschappelijke ontwikkelingen, debatten en nieuwsitems, en deze inzichten binnen het kader van een klein onderzoeksproject en veldwerkopdracht gebruiken bij de analyse empirisch materiaal.
- Studenten hebben aan het einde van de cursus kennisgenomen van de uiteenlopende professionele velden die zich richten op sterven, dood en wat erna komt, en zijn in staat inzichten toe te passen op (een van) die velden.
- Studenten zijn aan het eind van de cursus in staat kritisch te reflecteren op hun eigen ontwikkelde attitude ten aanzien van de dood als studieveld en praktijk.
- Studenten zijn aan het einde van de cursus bewust van de bijdrage van etnografie voor een begrip van de dood en in staat zelf een kleinschalig veldwerkonderzoek uit te voeren.
Prior knowledge
You must meet the following requirements
Resources
- Reader Zie Blackboard
Additional information
- More infoCoursepage on website of Utrecht University
- Contact a coordinator
- CreditsECTS 7.5
- Levelbachelor
Offering(s)
Start date
3 February 2025
- Ends18 April 2025
- Term *Period 3
- LocationUtrecht
- Instruction languageDutch
Only 3 days to enrol