Over deze cursus
Inhoud Van oudsher is pedagogiek of opvoedkunde de studie van de manier waarop volwassenen (ouders, verzorgers, onderwijzers) kinderen en jeugdigen grootbrengen. In deze cursus wordt dan ook veel aandacht besteed aan de opvoedingspraktijk, m.n. van ouders. De pedagogiek heeft echter ook oog voor andere systemen dan het gezin, zoals leeftijdgenoten, school, de maatschappelijke en culturele context, en kenmerken van het kind zelf. Ontwikkeling wordt gezien als het gevolg van interacties tussen deze systemen, d.w.z. tussen het kind en de (sociale) omgeving waarin het opgroeit. Hoewel de nadruk ligt op afwijkende of minder gunstige ontwikkeling, wordt er ook aan de normale ontwikkeling gerefereerd. Thema’s zijn: paradigmata, theorieën en risicofactoren; het vaststellen van emotionele en gedragsproblemen; gender en opvoeding; angst; depressie; agressieve en regelovertredende gedragsproblemen; pesten op school; scheiding; kindermishandeling; ouders met psychische problemen; multi-probleemgezinnen; en mediagebruik door kinderen en jeugdigen.* Daarbij wordt ook aandacht besteed aan verklaring, voorspelling en behandeling van problemen. De hoorcolleges worden gecombineerd met huiswerkopdrachten, werkcolleges en een literatuuropdracht.
*Dit zijn de voorgenomen thema's. De uiteindelijke thema's kunnen iets verschillen, bijvoorbeeld door docentwisselingen.
**Toelichting toelatingsvoorwaarden**
De cursus is oorspronkelijk ontwikkeld voor studenten Rechtsgeleerdheid die de minor Jeugdcriminaliteit en Jeugdbescherming, op het snijvlak van recht en pedagogiek, volgen. De cursus is echter toegankelijk voor **alle** studenten die zijn geïnteresseerd in een inleiding in de Pedagogiek toegespitst op afwijkende psychosociale ontwikkeling (zie Cursusdoelen). Omdat pedagogiek ook kennis en inzichten uit andere wetenschapsgebieden gebruikt, bestaat er mogelijke overlap met andere cursussen uit FSW. Deze inleidende cursus is **niet** bedoeld voor studenten Pedagogische Wetenschappen.
Leerresultaten
Cursusdoelen De pedagogische wetenschappen bestuderen de opvoeding, het onderwijs en de hulpverlening aan kinderen en jeugdigen, met het oog op verbetering van de praktijk (Van IJzendoorn & Van Rosmalen, 2016). Binnen de pedagogiek bestaan verschillende werkterreinen. In deze cursus staat het terrein van afwijkende psychosociale ontwikkeling centraal. Ook situaties die de ontwikkeling van kinderen ongunstig kunnen beïnvloeden (zoals kindermishandeling, ouders met psychische problemen, multi-probleemgezinnen, echtscheiding) komen aan bod. Het hoofddoel van de cursus is kennismaking met een pedagogische blik op afwijkende psychosociale ontwikkeling, de factoren en processen die dit beïnvloeden en interventies die afwijkende ontwikkeling en opvoeding kunnen verbeteren. Naast inhoudelijke kennis en toepassing daarvan worden academische vaardigheden nagestreefd, zoals analyseren, samenvatten, kritisch vergelijken en beoordelen. Tot slot is academische vorming (verdieping in maatschappelijke vraagstukken; persoonlijke ervaring) een leerdoel.
*De student kan …*
-
Belangrijke theorieën, modellen en paradigmata uitleggen en ze toepassen op casuïstiek, waaronder
-
specifieke modellen zoals het sociale-informatieverwerkingsmodel, leertheorieën en het model van dwingende (coercive) interacties;
-
abstracte modellen van ontwikkeling, zoals het transactionele model;
-
het macroparadigma van de ontwikkelingspsychopathologie (OPP), met inbegrip van het systeemprincipe en het ecologische model van Bronfenbrenner.
-
Manieren van ernsttaxatie van probleemgedrag vergelijken met betrekking tot het onderscheid tussen normaal en abnormaal gedrag.
-
Verschillen beschrijven tussen classificatiesystemen en vragenlijsten om probleemgedrag te meten en de voor- en nadelen benoemen.
-
Specifieke psychische problemen bij kinderen en adolescenten herkennen en beschrijven, zoals bijvoorbeeld vormen van angstproblemen, depressie, agressie en regelovertredend gedrag.
-
Specifieke (probleem)situaties binnen en buiten het gezin herkennen en beschrijven, zoals bijvoorbeeld multi-probleemgezinnen, ouders met psychische problemen, echtscheiding, kindermishandeling, de rol van gender in opvoeding, pesten en mediagebruik.
-
Specifieke verklaringsmodellen voor deze problemen en probleemsituaties uitleggen en toepassen, met aandacht voor risicofactoren en beschermende factoren op verschillende niveaus van het systeemprincipe/het ecologische model van Bronfenbrenner.
-
Interventies koppelen aan deze problemen en probleemsituaties en aan de risicofactoren en beschermende factoren waarop zij ingrijpen.
**Relatie tussen de toetsen en de leerdoelen** Het hoofddoel wordt getoetst via een tentamen met gesloten vragen (m.n. multiple choice vragen). Het tentamen heeft betrekking op de hoor- en werkcolleges (inclusief huiswerkopdrachten) en bijbehorende stof. Daarnaast formuleren studenten zelf multiple choice vragen over de literatuur (‘Literatuuropdracht’). Dit gebeurt aan de hand van voorbeelden en een rubric. De mc-vragen worden beoordeeld door docenten. Door de literatuuropdracht (a) worden studenten gestimuleerd om de stof te bestuderen én om op een andere manier naar de stof te kijken (“Wat moet ik nu van een onderwerp weten om te kunnen slagen?”); (b) ontstaat er een grote database met oefenvragen die studenten kunnen gebruiken als voorbereiding op het tentamen. De hoorcolleges en werkcolleges zijn niet verplicht, maar de huiswerkopdrachten en literatuuropdracht (mc-vraag formuleren) wel. Bij alle onderdelen wordt inzet en een goede voorbereiding van studenten verwacht. Omgekeerd zetten docenten zich voor studenten in (door o.a. het aanbieden van verbreding en verdieping).
Voorkennis
Je moet voldoen aan de volgende eisen
Bronnen
- Book Wordt bekend gemaakt via Blackboard en cursushandleiding.
- Miscellaneous Overige verplichte literatuur (o.a. tijdschriftartikelen) wordt bekend gemaakt via Blackboard en cursushandleiding.
Aanvullende informatie
- Meer infoCursuspagina op de website van Utrecht University
- Neem contact op met een coordinator
- StudiepuntenECTS 7.5
- Niveaubachelor